Home ->Woordenboeken ->Spaans/Spaans ->Vertaal vaina

Synoniemen voor "vaina" in het Spaans

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

vaina:
- corteza; envoltura; caparazón; piel; peso; plato; bandeja; concha; capa; estuche; funda; vaina; tapón; cáscara; casquillo; cubrimiento; cápsula; tontería; bagatela; futilidad; tubo; cilindro; colector de basuras; agujero de vertido

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor vaina in het Spaans

vaina:

vaina [la ~] zelfstandig naamwoord

la vaina
la corteza; la envoltura; el caparazón; la piel; el peso; el plato; la bandeja; la concha; la capa; el estuche; la funda; la vaina; el tapón; la cáscara; el casquillo; el cubrimiento; la cápsula
- corteza [la ~] zelfstandig naamwoord
- envoltura [la ~] zelfstandig naamwoord
- caparazón [el ~] zelfstandig naamwoord
- piel [la ~] zelfstandig naamwoord
- peso [el ~] zelfstandig naamwoord
- plato [el ~] zelfstandig naamwoord
- bandeja [la ~] zelfstandig naamwoord
- concha [la ~] zelfstandig naamwoord
- capa [la ~] zelfstandig naamwoord
- estuche [el ~] zelfstandig naamwoord
- funda [la ~] zelfstandig naamwoord
- vaina [la ~] zelfstandig naamwoord
- tapón [el ~] zelfstandig naamwoord
- cáscara [la ~] zelfstandig naamwoord
- casquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- cubrimiento [el ~] zelfstandig naamwoord
- cápsula [la ~] zelfstandig naamwoord
la vaina
la tontería; la vaina; la bagatela; la futilidad
- tontería [la ~] zelfstandig naamwoord
- vaina [la ~] zelfstandig naamwoord
- bagatela [la ~] zelfstandig naamwoord
- futilidad [la ~] zelfstandig naamwoord
la vaina
el tubo; la vaina; el cilindro; el colector de basuras; el agujero de vertido
- tubo [el ~] zelfstandig naamwoord
- vaina [la ~] zelfstandig naamwoord
- cilindro [el ~] zelfstandig naamwoord
- colector de basuras [el ~] zelfstandig naamwoord
- agujero de vertido [el ~] zelfstandig naamwoord
la vaina
la vaina
- vaina [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "vaina":

vainas

Alternatieve synoniemen voor "vaina":

baga; cápsula; gárgola
lastimar; ofender; mortificar; disgustar; incomodar; agraviar; injuriar; insultar; perjudicar
machaquería; molestia; importunación; pesadez; insistencia; machaconería; porfía; contrariedad
zurrar; censurar; fustigar; conderar; reprobar; reprender; castigar