Spaanse synoniemen van voluntaria, ander woord voor voluntaria

Remove Ads

Overzicht

Spaans Synoniemen: Meer gegevens...

voluntaria:
- voluntaria; aprendiz; persona que hace prácticas; estudiante; alumno; alumna; chiquillo; discípulo; pupila; miembro juvenil; mozo; pupilo; educando; discípula
voluntario:
- voluntario
- espontáneo; voluntario; voluntariamente; con naturalidad; con desinterés; altruista

Spaans

Uitgebreide synoniemen voor voluntaria in het Spaans

voluntaria:

voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord

la voluntaria
la voluntaria
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
la voluntaria
el aprendiz; la persona que hace prácticas; el estudiante; el alumno; la alumna; el chiquillo; el discípulo; la voluntaria; la pupila; el miembro juvenil; el mozo; el pupilo; el educando; la discípula
- aprendiz [el ~] zelfstandig naamwoord
- persona que hace prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumno [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumna [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
- pupila [la ~] zelfstandig naamwoord
- miembro juvenil [el ~] zelfstandig naamwoord
- mozo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- educando [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípula [la ~] zelfstandig naamwoord
la voluntaria
el estudiante; el mozo; el aprendiz; el miembro juvenil; la voluntaria; el chiquillo; el discípulo; la pupila; el pupilo; el educando; la discípula; la persona que hace prácticas
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- mozo [el ~] zelfstandig naamwoord
- aprendiz [el ~] zelfstandig naamwoord
- miembro juvenil [el ~] zelfstandig naamwoord
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
- chiquillo [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípulo [el ~] zelfstandig naamwoord
- pupila [la ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- educando [el ~] zelfstandig naamwoord
- discípula [la ~] zelfstandig naamwoord
- persona que hace prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord
la voluntaria
el estudiante; el alumno; el miembro juvenil; la voluntaria; el pupilo; la persona que hace prácticas
- estudiante [el ~] zelfstandig naamwoord
- alumno [el ~] zelfstandig naamwoord
- miembro juvenil [el ~] zelfstandig naamwoord
- voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord
- pupilo [el ~] zelfstandig naamwoord
- persona que hace prácticas [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "voluntaria":

voluntario

voluntario:

voluntario [el ~] zelfstandig naamwoord

el voluntario
el voluntario
- voluntario [el ~] zelfstandig naamwoord

voluntario bijvoeglijk naamwoord

voluntario
espontáneo; voluntario; voluntariamente; con naturalidad; con desinterés; altruista
- espontáneo bijvoeglijk naamwoord
- voluntario bijvoeglijk naamwoord
- voluntariamente bijvoeglijk naamwoord
- con naturalidad bijvoeglijk naamwoord
- con desinterés bijvoeglijk naamwoord
- altruista bijvoeglijk naamwoord

Verwante woorden van "voluntario":

voluntaria, voluntarias, voluntarios

Alternatieve synoniemen voor "voluntario":

espontáneo; libre
facultativo; protestativo; prudencial; discrecional
optativo; opcional; potestativo

Remove Ads

Synoniemen voor "voluntaria" in het Spaans

Uitgebreide synoniemen voor voluntaria in het Spaans

voluntaria:

voluntaria [la ~] zelfstandig naamwoord

la voluntaria

la voluntaria

la voluntaria

la voluntaria

Verwante woorden van "voluntaria":

voluntario:

voluntario [el ~] zelfstandig naamwoord

el voluntario

voluntario bijvoeglijk naamwoord

voluntario

Verwante woorden van "voluntario":

Alternatieve synoniemen voor "voluntario":