Spaans

Uitgebreide synoniemen voor zona in het Spaans

zona:

zona [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la zona
    la región; la zona; la comarca
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. la zona
    la zona; la región; el distrito; la materia; el dominio; el distrito urbano; el barrio; la provincia; el sector urbano; el terreno; la comarca; el territorio; la municipalidad; el cantón; la barrio residencial
  3. la zona
    la comarca; el territorio; la zona; la región
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • territorio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. la zona
    el campo; el terreno; la zona; la región; la parcela; la finca; el edificio; el campamento; el campo de concentración
  5. la zona
    la localidad; el lugar; el sitio; el espacio; la posición; el punto; el puesto; el asiento; el patio; la zona
    • localidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lugar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sitio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • espacio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • posición [la ~] zelfstandig naamwoord
    • punto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • puesto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • asiento [el ~] zelfstandig naamwoord
    • patio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
  6. la zona
    la región; la provincia; la comarca; la zona; el territorio; la capas; el distrito
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
    • provincia [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • territorio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • capas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • distrito [el ~] zelfstandig naamwoord
  7. la zona
    el dominio; el terreno; la sección; el territorio; la parte territorial; la parte del territorio nacional; la zona; la materia; la región; el distrito; el rayón
  8. la zona
    el ámbito; la región; el distrito; la zona; la comarca; el cantón
    • ámbito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
    • distrito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cantón [el ~] zelfstandig naamwoord
  9. la zona
    el distrito; el territorio; la zona
    • distrito [el ~] zelfstandig naamwoord
    • territorio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
  10. la zona
    el sitio; la región; la comarca; el lugar; el rincón; la zona; el paraje
    • sitio [el ~] zelfstandig naamwoord
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
    • comarca [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lugar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rincón [el ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • paraje [el ~] zelfstandig naamwoord
  11. la zona
    la zona; la departamento; la región; la sección; el sector; el territorio; el distrito; el rayón; la parte territorial; la parte del territorio nacional
  12. la zona
    el detalle; el rasgo; la trastada; la zona; la región; la pincelada
    • detalle [el ~] zelfstandig naamwoord
    • rasgo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • trastada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord
    • región [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pincelada [la ~] zelfstandig naamwoord
  13. la zona
    la zona
    • zona [la ~] zelfstandig naamwoord

Verwante woorden van "zona":

  • zonas

Alternatieve synoniemen voor "zona":


Verwante synoniemen voor zona