Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. benignidad:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor benignidad (Spaans) in het Nederlands

benignidad:

benignidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la benignidad (amabilidad; cortesía; cordialidad; )
    de vriendelijkheid; de aardigheid
  2. la benignidad (amabilidad; ternura; bondad; )
    de goedaardigheid
  3. la benignidad (dulzura; ternura; mansedumbre; amenidad; blandura)
    de zachtaardigheid

Vertaal Matrix voor benignidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aardigheid amabilidad; benignidad; bondad; cordialidad; cortesía; galantería; jovialidad; mansedumbre; simpatía brochazo; broma; cachondo; chiste; comarca; donaciones; donación; donativos; gracia; gusto; locura; paraje; pincelada; placer; rasgo; regalo; satisfacción
goedaardigheid afabilidad; amabilidad; benignidad; blandura; bondad; complacencia; dulzura; mansedumbre; simpatía; suavidad; ternura
vriendelijkheid amabilidad; benignidad; bondad; cordialidad; cortesía; galantería; jovialidad; mansedumbre; simpatía
zachtaardigheid amenidad; benignidad; blandura; dulzura; mansedumbre; ternura

Synoniemen voor "benignidad":