Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. brujo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor brujo (Spaans) in het Nederlands

brujo:

brujo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el brujo (hechicero; bruja; mago; genio; artista satánico)
    de duizendkunstenaar

Vertaal Matrix voor brujo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
duizendkunstenaar artista satánico; bruja; brujo; genio; hechicero; mago

Synoniemen voor "brujo":


Wiktionary: brujo

brujo
Cross Translation:
FromToVia
brujo tovenaar sorcerer — magician/wizard drawing upon natural powers
brujo heksenmeester warlock — male magic-user
brujo tovenaar; magiër wizard — person skilled with magic
brujo duivelskunstenaar; tovenaar; toveraar; heksenmeester; tjsoener sorcier — (religion) personne à qui on attribuer un pouvoir surnaturel qui devoir à un pacte avec le diable.