Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cocinar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cocinar (Spaans) in het Nederlands

cocinar:

cocinar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cocinar (preparación del comer)
    koken; de maaltijd bereiden

Vertaal Matrix voor cocinar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
de maaltijd bereiden cocinar; preparación del comer
koken cocinar; preparación del comer guisoteo; hervir; hervor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
koken hacer la comida; preparar; preparar la comida

Synoniemen voor "cocinar":


Wiktionary: cocinar


Cross Translation:
FromToVia
cocinar koken cook — prepare (food) for eating
cocinar koken cook — prepare food
cocinar koken cook — become ready for eating
cocinar koken kochenLebensmittel unter Einwirkung von Hitze zu einer Mahlzeit zubereiten
cocinar koken cuisiner — Préparer à manger

Verwante vertalingen van cocinar