Estafador in het Nederlands vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

estafador:
- bedrieger; oplichter; zwendelaar; fraudeur; utopist; dromer; fantast; flessentrekker; flessentrekkers; misleider
Wiktionary:
- estafador → afzetter
- estafador → oplichter

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estafador (Spaans) in het Nederlands

el estafador (engañador; defraudador; embustero)
de bedrieger; de oplichter
- bedrieger [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- oplichter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el estafador
de zwendelaar; de fraudeur
- zwendelaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fraudeur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el estafador (soñador; mentiroso; utopisto; embustero; iluso)
de utopist; de dromer; de fantast
- utopist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dromer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- fantast [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el estafador (defraudador; tramposo; embustero; impostor; embaucador; timador; engañador; sablista; trampista)
de flessentrekker
- flessentrekker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el estafador (chantas)
de flessentrekkers
- flessentrekkers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
el estafador (engañador; trampista; mentiroso; mentirosa; tramposo; embustero; impostor; embaucador; embustera; defraudador)
misleider
- misleider [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bedrieger	defraudador; embustero; engañador; estafador
dromer	embustero; estafador; iluso; mentiroso; soñador; utopisto
fantast	embustero; estafador; iluso; mentiroso; soñador; utopisto
flessentrekker	defraudador; embaucador; embustero; engañador; estafador; impostor; sablista; timador; trampista; tramposo
flessentrekkers	chantas; estafador
fraudeur	estafador
misleider	defraudador; embaucador; embustera; embustero; engañador; estafador; impostor; mentirosa; mentiroso; trampista; tramposo
oplichter	defraudador; embustero; engañador; estafador
utopist	embustero; estafador; iluso; mentiroso; soñador; utopisto
zwendelaar	estafador

estafador

noun

iemand die door misleiding een buitensporige betaling voor iets weet te verkrijgen
- afzetter → estafador

Cross Translation:

From	To	Via
• estafador	→ oplichter	↔ escroc — Celui ou celle qui escroque