Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. montaje:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor montaje (Spaans) in het Nederlands

montaje:

montaje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el montaje (montadura)
    de montering
  2. el montaje (montadura)
    de montage; filmmontage
  3. el montaje (subjunción; ensamblaje; empalme; juntura)
    aanvoeging
  4. el montaje (ensamblaje; unión; juntura)
    de samenvoeging; bijeenlegging
  5. el montaje (esquemas de conexiones)
    schakelschema's

Vertaal Matrix voor montaje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvoeging empalme; ensamblaje; juntura; montaje; subjunción
bijeenlegging ensamblaje; juntura; montaje; unión
filmmontage montadura; montaje
montage montadura; montaje clasificación; compilación; composición; construcción; ensamblaje; fijación; instalación
montering montadura; montaje
samenvoeging ensamblaje; juntura; montaje; unión acumulación; adición; clasificación; compilación; composición; construcción; contracción; enlace; ensamblaje; fijación; instalación; junta; soldadura; unión
schakelschema's esquemas de conexiones; montaje

Wiktionary: montaje

montaje
noun
  1. het monteren

Verwante vertalingen van montaje