Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. náuseas:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor náuseas (Spaans) in het Nederlands

náuseas:

náuseas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la náuseas (abominación; repugnancia; hastío; horror; aversión)
    de weerzin; de walging; het afgrijzen; gruwen
    • weerzin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • walging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • afgrijzen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gruwen [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. la náuseas (mareo)
    de misselijkheid; de ongesteldheid; de onpasselijkheid

Vertaal Matrix voor náuseas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afgrijzen abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
gruwen abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
misselijkheid mareo; náuseas
ongesteldheid mareo; náuseas menstruación; período; regla
onpasselijkheid mareo; náuseas
walging abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia
weerzin abominación; aversión; hastío; horror; náuseas; repugnancia animadversión; antipatía; asco; aversión; disgusto; repugnancia; repulsión
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gruwen cagarse de miedo; estremecerse; horripilar; horripilarse; horrorizar; tener horror a; tiritar

Synoniemen voor "náuseas":


Wiktionary: náuseas

náuseas
noun
  1. misselijkheid
  2. een sterke weerzin die fysiek gevoeld wordt

Computer vertaling door derden: