Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oradores:
  2. orador:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor oradores (Spaans) in het Nederlands

oradores:

oradores [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el oradores
    de sprekers
    • sprekers [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor oradores:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sprekers oradores

Verwante woorden van "oradores":


orador:

orador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el orador (lector)
    de lector; de spreker; redevoerder; de redenaar
    • lector [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • spreker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • redevoerder [znw.] zelfstandig naamwoord
    • redenaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el orador (predicador; cura; pastor; )
    de verkondiger

Vertaal Matrix voor orador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lector lector; orador
redenaar lector; orador
redevoerder lector; orador
spreker lector; orador
verkondiger cura; orador; pastor; pastor protestante; precursor; predecesor; predicador; párroco

Verwante woorden van "orador":


Synoniemen voor "orador":


Wiktionary: orador


Cross Translation:
FromToVia
orador redenaar orateur — Celui qui composer, qui prononcer des discours, des ouvrages d’éloquence.