Spaans
Uitgebreide vertaling voor riqueza (Spaans) in het Nederlands
riqueza:
-
la riqueza (lujo; magnificencia; abundancia; grandeza; suntuosidad; plétora; profusión)
-
la riqueza (recurso; abundancia)
-
la riqueza
-
la riqueza (haberes; capital; hacienda; fortuna; caudal)
-
la riqueza (finanzas; capital; fundación; suma; fondos en caja; letra capital)
Vertaal Matrix voor riqueza:
Verwante woorden van "riqueza":
Synoniemen voor "riqueza":
Computer vertaling door derden: