Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal trastornos

Vertaal trastornos van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

trastornos:
- verstoringen
trastorno:
- wanordelijkheid; slordigheid; verwarring; verwardheid; wanorde; zooitje
Wiktionary:
- trastorno → stoornis

Spaans

Uitgebreide vertaling voor trastornos (Spaans) in het Nederlands

trastornos:

trastornos [el ~] zelfstandig naamwoord

el trastornos (alteraciones)
de verstoringen
- verstoringen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor trastornos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verstoringen	alteraciones; trastornos

Verwante woorden van "trastornos":

trastorno

trastorno:

trastorno [el ~] zelfstandig naamwoord

el trastorno (desarreglo; desorden; neglicencia; desidia; incuria; abandono; descuido; enredo)
de wanordelijkheid; de slordigheid
- wanordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- slordigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el trastorno (confusión; desorientación; perturbación; perplejidad; estupefacción; desconcierto; aturdimiento)
de verwarring; de verwardheid
- verwarring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verwardheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el trastorno (desorden; perturbación; desarreglo; desbarajuste; confusión; enredo)
de wanorde; de wanordelijkheid; het zooitje
- wanorde [de ~] zelfstandig naamwoord
- wanordelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zooitje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trastorno:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slordigheid	abandono; desarreglo; descuido; desidia; desorden; enredo; incuria; neglicencia; trastorno
verwardheid	aturdimiento; confusión; desconcierto; desorientación; estupefacción; perplejidad; perturbación; trastorno
verwarring	aturdimiento; confusión; desconcierto; desorientación; estupefacción; perplejidad; perturbación; trastorno	agitación; alboroto; revuelo
wanorde	confusión; desarreglo; desbarajuste; desorden; enredo; perturbación; trastorno	desorden; destrozos; disturbios; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; ovillo; pandemónium; perturbación; rollo; ruina; ruinas; tumulto
wanordelijkheid	abandono; confusión; desarreglo; desbarajuste; descuido; desidia; desorden; enredo; incuria; neglicencia; perturbación; trastorno	desorden; destrozos; disturbios; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; laberinto; madeja; maraña; ovillo; pandemónium; perturbación; rollo; ruina; ruinas; tumulto
zooitje	confusión; desarreglo; desbarajuste; desorden; enredo; perturbación; trastorno

Verwante woorden van "trastorno":

trastornos

Synoniemen voor "trastorno":

alteración; inquietud; sobresalto; nerviosismo; perturbación
deterioro; menoscabo; ofensa; daño; maltrato; estropicio; destrucción; damnificación; detrimento; mal; avería; percance; rotura
enloquecimiento; enajenamiento; alienamiento; chaladura; chifladura
extorsión; perjuicio; molestia
locura; enajenación; demencia; alienación; manía; paranoia; psicosis; esquizofrenia
vuelco; cambio; variación; transformación

Wiktionary: trastorno

Cross Translation:

From	To	Via
• trastorno	→ stoornis	↔ disorder — physical or psychical malfunction