Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. viscosa:
  2. viscoso:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor viscosa (Spaans) in het Nederlands

viscosa:

viscosa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la viscosa
    de viscose
    • viscose [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor viscosa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
viscose viscosa

Verwante woorden van "viscosa":


viscoso:

viscoso bijvoeglijk naamwoord

  1. viscoso (almibarado; meloso; espeso)
    viskeus; stroperig; stroopachtig; taai-vloeibaar
  2. viscoso
    dikvloeibaar
  3. viscoso (glutinoso; peguntoso)
    lijmerig; lijmachtig
  4. viscoso (almibarado; espeso; meloso)
    dik vloeibaar

Vertaal Matrix voor viscoso:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijmerig glutinoso; peguntoso; viscoso
stroopachtig almibarado; espeso; meloso; viscoso
stroperig almibarado; espeso; meloso; viscoso adulador; lisonjero
viskeus almibarado; espeso; meloso; viscoso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dik vloeibaar almibarado; espeso; meloso; viscoso
dikvloeibaar viscoso
lijmachtig glutinoso; peguntoso; viscoso
taai-vloeibaar almibarado; espeso; meloso; viscoso

Verwante woorden van "viscoso":


Synoniemen voor "viscoso":


Wiktionary: viscoso

viscoso
adjective
  1. niet officiële spelling van viskeus
  2. stroperig ten gevolge van inwendige wrijving

Cross Translation:
FromToVia
viscoso viskeus viscous — having a thick, sticky consistency