Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. balance:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor balance (Spaans) in het Zweeds

balance:

balance [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el balance (equilibrio; estabilidad)
    balans; jämvikt; ekvilibrium
  2. el balance (balanza comercial)
    årsavslutning; balans uppgörelse
  3. el balance (equilibrio; armonía; estabilidad)
    balans; jämvikt
    • balans [-en] zelfstandig naamwoord
    • jämvikt [-en] zelfstandig naamwoord
  4. el balance (balance de situación)

Vertaal Matrix voor balance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans armonía; balance; equilibrio; estabilidad balance de ganancias; balance de ingresos; balance de pérdidas y ganancias; dinero ahorrado; estado de resultados; excedente; extracto de pérdidas y ganancias; finiquito; remanente; resto; saldo; saldo a favor; saldo bancario; saldo positivo; sobrante; superávit; surplús
balans uppgörelse balance; balanza comercial
ekvilibrium balance; equilibrio; estabilidad
jämvikt armonía; balance; equilibrio; estabilidad
årsavslutning balance; balanza comercial cuentas anuales
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
balansräkning balance; balance de situación
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
balansräkning balance

Verwante woorden van "balance":

  • balances

Synoniemen voor "balance":


Wiktionary: balance


Cross Translation:
FromToVia
balance balansräkning balance — list of credits and debits
balance balansräkning Bilanz — jährlich von Unternehmen zu erstellende Auflistung von Vermögen und Schulden

Verwante vertalingen van balance