Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fama:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fama (Spaans) in het Zweeds

fama:

fama [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fama (popularidad; notoriedad; reputación)
    berömdhet
  2. la fama (reputación; conocimiento; popularidad; notoriedad)
    ryckte
    • ryckte zelfstandig naamwoord
  3. la fama (reputación; popularidad)
    ära
    • ära [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la fama (celebridad)
    kändisskap; berömmelse

Vertaal Matrix voor fama:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berömdhet fama; notoriedad; popularidad; reputación popularidad
berömmelse celebridad; fama alteza; eminencia; nobleza
kändisskap celebridad; fama
ryckte conocimiento; fama; notoriedad; popularidad; reputación
ära fama; popularidad; reputación amor propio; expensas; gastos; gloria; homenaje; honor; honra; orgullo; pundonor; sentimiento de honor
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ära honorar; honrar; honrar y respetar a una persona; rendir homenaje; tributar homenaje

Verwante woorden van "fama":

  • famas

Synoniemen voor "fama":


Wiktionary: fama


Cross Translation:
FromToVia
fama kändisskap; berömmelse fame — state of being famous
fama namn name — reputation
fama namn naam — bekendheid, reputatie

Verwante vertalingen van fama