Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. los:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor los (Spaans) in het Zweeds

los:

los bijvoeglijk naamwoord

  1. los (el; la; las)
    det
    • det bijvoeglijk naamwoord
  2. los (ellos; sus; su; )
    dem
    • dem bijvoeglijk naamwoord

los

  1. los (el; la; las)
  2. los (sus; se; ellos; )

Vertaal Matrix voor los:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dom acuerdo; auto; condena; condenación; criterio; decisión; fallo; juicio; opinión; sentencia; veredicto
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
de a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
den el; la; las; los
det el; la; las; los de modo que; el; la; lo
dom a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus ellas; ellos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dem a ellas; a ellos; ella; ellas; ello; ellos; las; les; los; se; su; sus
det el; la; las; los esa; ese; eso; este; que

Verwante woorden van "los":

  • loses

Wiktionary: los


Cross Translation:
FromToVia
los den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a the — article
los den; det; de; -n; -en; -t; -et; -na; -a the — used as an alternative to a possessive pronoun before body parts
los den; det; de the — with an adjectival noun, as in “the hungry” to mean “hungry people”
los den; det; de the — with a superlative
los -n; -en; -t; -et; -na; -a the — used with the name of a member of a class to refer to all things in that class
los honom; henne; den; det le — Pronom masculin singulier accusatif de la troisième personne

Verwante vertalingen van los