Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. mercadería:
  2. Wiktionary:
    • mercadería → vara


Spaans

Uitgebreide vertaling voor mercadería (Spaans) in het Zweeds

mercadería:

mercadería [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mercadería (mercancías)
    gods; varor; handelsvaror
  2. la mercadería (comercio; negocio; mercancía; género; artículo de comercio)
    förhandling

Vertaal Matrix voor mercadería:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förhandling artículo de comercio; comercio; género; mercadería; mercancía; negocio juicio
gods mercadería; mercancías artículos; camionada; carga; cargamento; cargo; casa de campo; chalet; chalé; chismes; cosa; delicia; estiba; flete; gravamen; imputación; lastre; material; mercancía; mercancías; peso; porte; substancia; traje caballeresco
handelsvaror mercadería; mercancías artículos; mercaderías; mercancías
varor mercadería; mercancías bondad; clemencia; complacencia; condescendencia; dadivosidad; dulzura; generosidad; honestidad; honradez; largueza; mercancías; misericordia; munificencia

Synoniemen voor "mercadería":


Wiktionary: mercadería


Cross Translation:
FromToVia
mercadería vara Ware — durch Handel oder Tausch erwerbbares Gut