Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal tripa

Vertaal tripa van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

tripa:
- våm; kalaskula; isterbuk; mage; kula; ölmage

Spaans

Uitgebreide vertaling voor tripa (Spaans) in het Zweeds

tripa:

tripa [la ~] zelfstandig naamwoord

la tripa (panza; estómago; abdomen; barriga)
våm
- våm zelfstandig naamwoord
la tripa (panza)
kalaskula; isterbuk
- kalaskula [-en] zelfstandig naamwoord
- isterbuk [-en] zelfstandig naamwoord
la tripa (estómago; callos; barriga; panza; vientre; abdomen)
mage; kula
- mage [-en] zelfstandig naamwoord
- kula [-en] zelfstandig naamwoord
la tripa (barriga)
ölmage
- ölmage [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tripa:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
isterbuk	panza; tripa	barrigas
kalaskula	panza; tripa
kula	abdomen; barriga; callos; estómago; panza; tripa; vientre	bala; bola corredera; bollo; borla; brocha; bulto; cabaña; cabina; camarote; caseta; caseta del perro; casilla; casuca; casucha; chabola; chiribitil; choza; covacha; cuchitril; garita; hinchazón; jaula; nudo; plomo; trastero; zaquizamí
mage	abdomen; barriga; callos; estómago; panza; tripa; vientre	abdomen; barriga; estómago; panza; vientre
våm	abdomen; barriga; estómago; panza; tripa
ölmage	barriga; tripa	estómagos; tripas; vientres

Synoniemen voor "tripa":

abdomen; barriga; panza; vientre; estómago; mondongo; andorga; baúl
achura; asadura; víscera; entraña
bandullo; pancha; panchón; bandujo
gordura; manteca; sebo; grasa; gordo; michelín