Home ->Woordenboeken ->Frans/Duits ->Vertaal fiasco

Vertaal fiasco van Frans naar Duits

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

fiasco:
- Blamage; Pleite; Niederlage; Verlieren; Verlust; Schlappe
Wiktionary:
- fiasco → Pleite, Fiasko
- fiasco → Debakel, Fiasko, Misserfolg, Flop

Frans

Uitgebreide vertaling voor fiasco (Frans) in het Duits

fiasco:

fiasco [le ~] zelfstandig naamwoord

le fiasco (déshonneur; bide; douche; échec)
die Blamage; die Pleite
- Blamage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Pleite [die ~] zelfstandig naamwoord
le fiasco (défaite; échec; perte; détriment; tort; insuccès)
die Niederlage; Verlieren; der Verlust; die Schlappe
- Niederlage [die ~] zelfstandig naamwoord
- Verlieren [das ~] zelfstandig naamwoord
- Verlust [der ~] zelfstandig naamwoord
- Schlappe [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiasco:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Blamage	bide; douche; déshonneur; fiasco; échec
Niederlage	défaite; détriment; fiasco; insuccès; perte; tort; échec	dépôt; entrepôt; garde-magasin; magasin; remise; réserve; stock
Pleite	bide; douche; déshonneur; fiasco; échec
Schlappe	défaite; détriment; fiasco; insuccès; perte; tort; échec
Verlieren	défaite; détriment; fiasco; insuccès; perte; tort; échec	dommages; pertes
Verlust	défaite; détriment; fiasco; insuccès; perte; tort; échec	avarie; dommage; défaite; dégradation; dégât; déprédation; détriment; détérioration; endommagement; perte

Synoniemen voor "fiasco":

échec; revers; défaite; insuccès; déboires; naufrage; faillite; banqueroute; krach; déconfiture; débâcle; culbute; ruine; liquidation; chute; crise; défaillance; aléa; déconvenue; four

Wiktionary: fiasco

fiasco

noun

salopp: (unvorhergesehen, überraschend) enttäuschender, negativer Ausgang einer Unternehmung oder Ähnlichem
- Pleite → fiasco; faillite; échec; banqueroute
Misserfolg, Reinfall, soziale oder wirtschaftliche Katastrophe
- Fiasko → insuccès; fiasco

Cross Translation:

From	To	Via
• fiasco	→ Debakel	↔ debacle — event or enterprise that ends suddenly and disastrously
• fiasco	→ Fiasko	↔ fiasco — ludicrous or humiliating situation
• fiasco	→ Misserfolg; Flop	↔ flop — failure, especially in the entertainment industry