Frans

Uitgebreide synoniemen voor abris in het Frans

abris:

abris [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'abris
    l'abris; le refuges; l'auvents
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • refuges [le ~] zelfstandig naamwoord
    • auvents [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'abris
    l'abris; l'appentis; l'auvents
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • appentis [le ~] zelfstandig naamwoord
    • auvents [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'abris
    l'abris; l'auvents
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • auvents [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. l'abris
    l'abris; la cachettes
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • cachettes [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. l'abris
    l'abris; l'abribus
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
    • abribus [le ~] zelfstandig naamwoord
  6. l'abris
    l'abris
    • abris [le ~] zelfstandig naamwoord
  7. l'abris
    l'abris; le gîtes; le logements; le refuges; l'hébergements; la cachettes