Frans

Uitgebreide synoniemen voor bouchon in het Frans

bouchon:

bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bouchon
    l'embouteillage; le bouchon; l'encombrement
  2. le bouchon
    le fusible; le bouchon; le plomb; la fiche; la cheville; le liège
    • fusible [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • plomb [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fiche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cheville [la ~] zelfstandig naamwoord
    • liège [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. le bouchon
    le liège; le bouchon; l'écorce
    • liège [le ~] zelfstandig naamwoord
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • écorce [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. le bouchon
    le bouchon; le fusible
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fusible [le ~] zelfstandig naamwoord
  5. le bouchon
    l'obstruction; le bouchon; l'embouteillage; l'engorgement; la stagnation; la constipation; l'encombrement; le cumul
  6. le bouchon
    le bouchon; le bouchon à coiffe métallique
  7. le bouchon
    le bouchon
    • bouchon [le ~] zelfstandig naamwoord
  8. le bouchon
    l'obstruction; le bouchon; le ralentissement
  9. le bouchon
    la stagnation; l'immobilité; la cessation; le bouchon; l'arrêt; l'embouteillage; l'encombrement; le cumul; l'obstruction; la constipation; l'amoncellement; l'entassement

Alternatieve synoniemen voor "bouchon":


Verwante synoniemen voor bouchon