Frans

Uitgebreide vertaling voor remplaçant (Frans) in het Nederlands

remplaçant:

remplaçant [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le remplaçant (suppléant; substitut; intérimaire)
    de vertegenwoordiger; de plaatsvervanger; de representant
  2. le remplaçant (produit de substitution; substitut; succédané)
    het vervangingsmiddel
  3. le remplaçant (rentrant)
    de wissel; de invaller; de wisselspeler
  4. le remplaçant (aide temporaire; intérimaire; substitut; suppléant)
    de invaller; de hulpkracht; de noodhulp
  5. le remplaçant (substitut; adjoint; délégué; intérimaire; suppléant)
    de substituut; de remplaçant
  6. le remplaçant (succédané; ersatz; remplacement; )
    het surrogaat; vervangend middel; de remplaçant
  7. le remplaçant
    de vervanger

remplaçant bijvoeglijk naamwoord

  1. remplaçant (suppléant; intérimaire)
    plaatsvervangend; waarnemend; loco-

Vertaal Matrix voor remplaçant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hulpkracht aide temporaire; intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant travailleur auxiliaire
invaller aide temporaire; intérimaire; remplaçant; rentrant; substitut; suppléant
noodhulp aide temporaire; intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant aide d'urgence
plaatsvervanger intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant suppléant
remplaçant adjoint; délégué; ersatz; expédient; intérimaire; palliatif; remplacement; remplaçant; substitut; substitution; succédané; suppléant
representant intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant
substituut adjoint; délégué; intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant remplaçante
surrogaat ersatz; expédient; palliatif; remplacement; remplaçant; substitution; succédané changement; conversion; permutation; remission; remplacement; substitution; troc; échange
vertegenwoordiger intérimaire; remplaçant; substitut; suppléant agent commercial; commis-voyageur; délégué; démarcheur; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant; représentant commercial; vendeur
vervangend middel ersatz; expédient; palliatif; remplacement; remplaçant; substitution; succédané
vervanger remplaçant assesseurs; remplaçants; substituts; suppléants
vervangingsmiddel produit de substitution; remplaçant; substitut; succédané
wissel remplaçant; rentrant aiguille; bifurcation de la voie ferrée; bifurcation du chemin de fer; changement de voie ferrée; lettre de change; mandat; mandat-poste
wisselspeler remplaçant; rentrant
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plaatsvervangend intérimaire; remplaçant; suppléant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
wissel lettre de change
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
loco- intérimaire; remplaçant; suppléant adjoint
waarnemend intérimaire; remplaçant; suppléant

Synoniemen voor "remplaçant":


Wiktionary: remplaçant

remplaçant
noun
  1. personne qui en remplacer une autre dans une fonction, dans une occupation quelconque.

Cross Translation:
FromToVia
remplaçant vervanger; plaatsvervanger; vervanging replacement — a person or thing that takes the place of another; a substitute
remplaçant vervanger; plaatsvervanger; vervanging substitute — a replacement or stand-in
remplaçant vervanger; plaatsvervanger; surrogaat surrogate — A substitute

remplaçant vorm van remplacer:

remplacer werkwoord (remplace, remplaces, remplaçons, remplacez, )

  1. remplacer
    vervangen; invallen voor iemand; invallen
  2. remplacer
    remplaceren
    • remplaceren werkwoord (remplaceer, remplaceert, remplaceerde, remplaceerden, geremplaceerd)
  3. remplacer
    overschrijven
    • overschrijven werkwoord (overschrijf, overschrijft, overschreef, overschreven, overschreven)
  4. remplacer
    vervangen
    • vervangen werkwoord (vervang, vervangt, verving, vervingen, vervangen)
  5. remplacer
    negeren
    • negeren werkwoord (negeer, negeert, negeerde, negeerden, genegeerd)
  6. remplacer (renouveler; replacer; changer; )
    vervangen; remplaceren; vernieuwen; verwisselen; aflossen
    • vervangen werkwoord (vervang, vervangt, verving, vervingen, vervangen)
    • remplaceren werkwoord (remplaceer, remplaceert, remplaceerde, remplaceerden, geremplaceerd)
    • vernieuwen werkwoord (vernieuw, vernieuwt, vernieuwde, vernieuwden, vernieuwd)
    • verwisselen werkwoord (verwissel, verwisselt, verwisselde, verwisselden, verwisseld)
    • aflossen werkwoord (los af, lost af, loste af, losten af, afgelost)
  7. remplacer (donner suite à; être enfoncer; être renforcé; )
    inspringen
    • inspringen werkwoord (spring in, springt in, sprong in, sprongen in, ingesprongen)

Conjugations for remplacer:

Présent
  1. remplace
  2. remplaces
  3. remplace
  4. remplaçons
  5. remplacez
  6. remplacent
imparfait
  1. remplaçais
  2. remplaçais
  3. remplaçait
  4. remplacions
  5. remplaciez
  6. remplaçaient
passé simple
  1. remplaçai
  2. remplaças
  3. remplaça
  4. remplaçâmes
  5. remplaçâtes
  6. remplacèrent
futur simple
  1. remplacerai
  2. remplaceras
  3. remplacera
  4. remplacerons
  5. remplacerez
  6. remplaceront
subjonctif présent
  1. que je remplace
  2. que tu remplaces
  3. qu'il remplace
  4. que nous remplacions
  5. que vous remplaciez
  6. qu'ils remplacent
conditionnel présent
  1. remplacerais
  2. remplacerais
  3. remplacerait
  4. remplacerions
  5. remplaceriez
  6. remplaceraient
passé composé
  1. ai remplacé
  2. as remplacé
  3. a remplacé
  4. avons remplacé
  5. avez remplacé
  6. ont remplacé
divers
  1. remplace!
  2. remplacez!
  3. remplaçons!
  4. remplacé
  5. remplaçant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor remplacer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflossen acquittement; payement; remboursement
invallen invasions
overschrijven copiage; fait de tricher
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aflossen changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à acquitter; amortir; rembourser; régler
inspringen donner suite; donner suite à; remplacer; rentrer dans; sauter dans; suppléer; être enfoncer; être renforcé ajouter un retrait; mettre en retrait
invallen remplacer entrer dans; envahir; faire entrer; faire irruption dans; faire une invasion; pénétrer dans; s'effondrer; s'enfoncer; s'infiltrer; s'introduire; s'écrouler; tomber en ruine
invallen voor iemand remplacer
negeren remplacer ignorer; négliger
overschrijven remplacer copier; envoyer; expédier; refrapper; substituer; transcrire; transférer de l'argent; verser; virer; écraser
remplaceren changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à
vernieuwen changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à actualiser; changer; remettre en état; renouveler; rénover; réparer; rétablir; se substituer à
vervangen changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à
verwisselen changer; innover; remettre; remettre en place; remplacer; renouveler; replacer; rénover; se substituer à alterner; altérer; annuler; changer; changer de place; confondre; convertir; embarrasser; emmêler; faire un échange; modifier; permuter; renvoyer; substituer; tourner en sens contraire; transformer; troquer; troquer contre; varier; échanger; échanger contre

Synoniemen voor "remplacer":


Wiktionary: remplacer

remplacer remplacer
Cross Translation:
FromToVia
remplacer vervangen; verwisselen change — to replace
remplacer vervangen replace — to substitute
remplacer vervangen stand in for — replace
remplacer vervangen; substitueren substitute — to use in place of something else, with the same function
remplacer vervangen ersetzen — (transitiv) etwas entfernen und an dieselbe Stelle etwas anderes setzen



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor remplaçant (Nederlands) in het Frans

remplaçant:

remplaçant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de remplaçant (substituut)
    le substitut; le remplaçant; l'adjoint; le délégué; l'intérimaire; le suppléant
  2. de remplaçant (surrogaat; vervangend middel)
    l'ersatz; le succédané; le remplacement; le remplaçant; la substitution; le palliatif; l'expédient

Vertaal Matrix voor remplaçant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjoint remplaçant; substituut adjunct
délégué remplaçant; substituut afgevaardigde; afgezant; ambassadeur; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; gemachtigde; gezant; kamerlid; representant; vertegenwoordiger; zaakgelastigde
ersatz remplaçant; surrogaat; vervangend middel
expédient remplaçant; surrogaat; vervangend middel lapmiddel
intérimaire remplaçant; substituut hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; representant; uitzendkracht; vertegenwoordiger
palliatif remplaçant; surrogaat; vervangend middel lapmiddel
remplacement remplaçant; surrogaat; vervangend middel herstelling; omwisseling; plaatsvervanging; substitutie; surrogaat; verruiling; vervanging; verwisseling
remplaçant remplaçant; substituut; surrogaat; vervangend middel hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; vervanger; vervangingsmiddel; wissel; wisselspeler
substitut remplaçant; substituut hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger; vervangend product; vervanging; vervangingsmiddel
substitution remplaçant; surrogaat; vervangend middel herstelling; het verschonen; omruil; omwisselen; omwisseling; plaatsvervanging; substitutie; surrogaat; verruiling; verschoning; vervanging; verwisseling
succédané remplaçant; surrogaat; vervangend middel vervangingsmiddel
suppléant remplaçant; substituut gecommitteerde; gemachtigde; gevolmachtigde; hulpkracht; invaller; noodhulp; plaatsvervanger; representant; vertegenwoordiger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjoint adjunct; loco-
intérimaire aards; de komende tijd; kortstondig; loco-; plaatsvervangend; provisorisch; temporeel; tijdelijk; tussentijds; voor enige tijd; voorbijgaand; voorlopig; waarnemend; zolang
palliatif verzachtend
remplaçant loco-; plaatsvervangend; waarnemend
suppléant loco-; plaatsvervangend; waarnemend

Verwante woorden van "remplaçant":