Frans

Uitgebreide vertaling voor amateur (Frans) in het Nederlands

amateur:

amateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'amateur
    de amateur
    • amateur [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'amateur
    de enthousiasteling
  3. l'amateur (incompétent)
    ondeskundige
  4. l'amateur (bousilleur; bricoleur; gâte-métier)
    de beunhaas; de koekenbakker
  5. l'amateur (bricoleur; bousilleur; gâte-métier)
    de knoeipot; morser
    • knoeipot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • morser [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor amateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amateur amateur
beunhaas amateur; bousilleur; bricoleur; gâte-métier bricoleur
enthousiasteling amateur
knoeipot amateur; bousilleur; bricoleur; gâte-métier
koekenbakker amateur; bousilleur; bricoleur; gâte-métier gâte-métier
morser amateur; bousilleur; bricoleur; gâte-métier
ondeskundige amateur; incompétent

Synoniemen voor "amateur":


Wiktionary: amateur


Cross Translation:
FromToVia
amateur beginneling; dilettant; amateur; beginner; nieuweling Dilettant — Liebhaber von etwas ohne professionelle Kenntnisse (heute meist abwertend gebraucht)
amateur vriend Freund — ein Anhänger von etwas
amateur belangstellende; geïnteresseerde Interessent — jemand, der an einer Sache interessiert ist
amateur niet-professioneel Amateur — jemand, der etwas rein aus Liebhaberei betreibt und nicht berufsmäßig ausübt

Verwante vertalingen van amateur