Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor brouiller (Frans) in het Nederlands

brouiller:

brouiller werkwoord (brouille, brouilles, brouillons, brouillez, )

  1. brouiller (troubler; déranger; perturber; )
    verstoren; vertoornen
    • verstoren werkwoord (verstoor, verstoort, verstoorde, verstoorden, verstoord)
    • vertoornen werkwoord (vertoorn, vertoornt, vertoornde, vertoornden, vertoornd)
  2. brouiller (dégrader; ruiner)
    ruïneren; in de war sturen; bederven; verzieken; nekken
    • ruïneren werkwoord (ruïneer, ruïneert, ruïneerde, ruïneerden, geruïneerd)
    • in de war sturen werkwoord
    • bederven werkwoord (bederf, bederft, bedierf, bedierven, bedorven)
    • verzieken werkwoord
    • nekken werkwoord (nek, nekt, nekte, nekten, genekt)
  3. brouiller (remuer; battre; tourner; )
    roeren; omroeren
    • roeren werkwoord (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • omroeren werkwoord (roer om, roert om, roerde om, roerden om, omgeroerd)

Conjugations for brouiller:

Présent
  1. brouille
  2. brouilles
  3. brouille
  4. brouillons
  5. brouillez
  6. brouillent
imparfait
  1. brouillais
  2. brouillais
  3. brouillait
  4. brouillions
  5. brouilliez
  6. brouillaient
passé simple
  1. brouillai
  2. brouillas
  3. brouilla
  4. brouillâmes
  5. brouillâtes
  6. brouillèrent
futur simple
  1. brouillerai
  2. brouilleras
  3. brouillera
  4. brouillerons
  5. brouillerez
  6. brouilleront
subjonctif présent
  1. que je brouille
  2. que tu brouilles
  3. qu'il brouille
  4. que nous brouillions
  5. que vous brouilliez
  6. qu'ils brouillent
conditionnel présent
  1. brouillerais
  2. brouillerais
  3. brouillerait
  4. brouillerions
  5. brouilleriez
  6. brouilleraient
passé composé
  1. ai brouillé
  2. as brouillé
  3. a brouillé
  4. avons brouillé
  5. avez brouillé
  6. ont brouillé
divers
  1. brouille!
  2. brouillez!
  3. brouillons!
  4. brouillé
  5. brouillant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor brouiller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven dissolution; décomposition; pourriture; putréfaction
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bederven brouiller; dégrader; ruiner abîmer; blesser; bousiller; briser; broyer; casser; corrompre; décomposer; défigurer; dégénérer; démolir; dépérir; détruire; détériorer; empester; empoisonner; endommager; esquinter; faire mal à; fracasser; gaspiller; gâcher; gâter; mutiler; nuire; nuire à; pervertir; pourrir; rompre; ruiner; s'avarier; se corroder; se décomposer; se détériorer; se gâter; se pourrir; se putréfier
in de war sturen brouiller; dégrader; ruiner
nekken brouiller; dégrader; ruiner
omroeren agiter; attiser; battre; bouger; brouiller; fatiguer; mettre en émoi; pousser; remuer; toucher légèrement; tourner
roeren agiter; attiser; battre; bouger; brouiller; fatiguer; mettre en émoi; pousser; remuer; toucher légèrement; tourner actionner; agiter; déplacer; mixer; mélanger; remuer; transférer; transposer
ruïneren brouiller; dégrader; ruiner
verstoren brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler troubler
vertoornen brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; troubler
verzieken brouiller; dégrader; ruiner abîmer; bousiller; briser; casser; corrompre; défigurer; dépérir; détériorer; gaspiller; gâcher; gâter; mutiler; pervertir; rompre; ruiner

Synoniemen voor "brouiller":


Wiktionary: brouiller

brouiller
Cross Translation:
FromToVia
brouiller vervagen blur — make indistinct or hazy, to obscure or dim
brouiller in onmin raken fall out — cease to be on friendly terms

Verwante vertalingen van brouiller