Frans

Uitgebreide vertaling voor réforme (Frans) in het Nederlands

réforme:

réforme [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la réforme (innovation; revitalisation; renouvellement; )
    de innovatie
  2. la réforme (remise en état; révision)
    de revisie; herstelling van materiaal

Vertaal Matrix voor réforme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
herstelling van materiaal remise en état; réforme; révision
innovatie innovation; renouement; renouvellement; revitalisation; réforme; régénération; transformation
revisie remise en état; réforme; révision

Synoniemen voor "réforme":


réformer:

réformer werkwoord (réforme, réformes, réformons, réformez, )

  1. réformer (modifier; changer; transformer; )
    modificeren; veranderen; wijzigen; herzien; amenderen; omwerken
    • modificeren werkwoord (modificeer, modificeert, modificeerde, modificeerden, gemodificeerd)
    • veranderen werkwoord (verander, verandert, veranderde, veranderden, veranderd)
    • wijzigen werkwoord (wijzig, wijzigt, wijzigde, wijzigden, gewijzigd)
    • herzien werkwoord (herzie, herziet, herzag, herzagen, herzien)
    • amenderen werkwoord (amendeer, amendeert, amendeerde, amendeerden, geamendeerd)
    • omwerken werkwoord (werk om, werkt om, werkte om, werkten om, omgewerkt)
  2. réformer (réviser; revoir; amender; )
    herzien; hervormen; reformeren
    • herzien werkwoord (herzie, herziet, herzag, herzagen, herzien)
    • hervormen werkwoord (hervorm, hervormt, hervormde, hervormden, hervormd)
    • reformeren werkwoord (reformeer, reformeert, reformeerde, reformeerden, gereformeerd)
  3. réformer
    hervormen; reformeren; kerk hervormen
    • hervormen werkwoord (hervorm, hervormt, hervormde, hervormden, hervormd)
    • reformeren werkwoord (reformeer, reformeert, reformeerde, reformeerden, gereformeerd)
    • kerk hervormen werkwoord

Conjugations for réformer:

Présent
  1. réforme
  2. réformes
  3. réforme
  4. réformons
  5. réformez
  6. réforment
imparfait
  1. réformais
  2. réformais
  3. réformait
  4. réformions
  5. réformiez
  6. réformaient
passé simple
  1. réformai
  2. réformas
  3. réforma
  4. réformâmes
  5. réformâtes
  6. réformèrent
futur simple
  1. réformerai
  2. réformeras
  3. réformera
  4. réformerons
  5. réformerez
  6. réformeront
subjonctif présent
  1. que je réforme
  2. que tu réformes
  3. qu'il réforme
  4. que nous réformions
  5. que vous réformiez
  6. qu'ils réforment
conditionnel présent
  1. réformerais
  2. réformerais
  3. réformerait
  4. réformerions
  5. réformeriez
  6. réformeraient
passé composé
  1. ai réformé
  2. as réformé
  3. a réformé
  4. avons réformé
  5. avez réformé
  6. ont réformé
divers
  1. réforme!
  2. réformez!
  3. réformons!
  4. réformé
  5. réformant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor réformer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amenderen amendement
modificeren amendement
veranderen alternance; amendement; changement; conversion; développement; modification; mutation; métamorphose; remaniement; transformation; échange
wijzigen alternance; amendement; changement; conversion; développement; modification; métamorphose; remaniement; transformation; échange
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
amenderen altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer
hervormen altérer; amender; modifier; retravailler; revoir; réformer; régénérer; réviser; transformer
herzien altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; revoir; réformer; régénérer; réorganiser; réviser; transformer aller mieux; alterner; altérer; améliorer; changer; modifier; perfectionner; permuter; renouer; renouveler; revitaliser; régénérer; rénover; transformer; varier; échanger
kerk hervormen réformer
modificeren altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer
omwerken altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer arracher les mauvaises herbes; bêcher; désherber; labourer; percer; remanier; retravailler
reformeren altérer; amender; modifier; retravailler; revoir; réformer; régénérer; réviser; transformer
veranderen altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer alterner; altérer; changer; différer; diverger; modifier; permuter; transformer; varier; échanger
wijzigen altérer; amender; changer; modifier; remanier; renverser; restructurer; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer alterner; altérer; amender; changer; modifier; permuter; rectifier; refondre; remanier; réviser; transformer; varier; échanger

Synoniemen voor "réformer":


Wiktionary: réformer

réformer
Cross Translation:
FromToVia
réformer reformeren; hervormen reformieren — (transitiv) etwas (durch eine Reform) verändern, neu gestalten; eine Reform durchführen und dadurch etwas verbessern

Verwante vertalingen van réforme