Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. vulnérabilité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vulnérabilité (Frans) in het Nederlands

vulnérabilité:

vulnérabilité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vulnérabilité (sensibilité; faiblesse; susceptibilité)
    de kwetsbaarheid; de gevoeligheid
  2. la vulnérabilité (délaissement; abandon; état désespéré)
    de hulpeloosheid
  3. la vulnérabilité

Vertaal Matrix voor vulnérabilité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevoeligheid faiblesse; sensibilité; susceptibilité; vulnérabilité caractère émouvant; douceur; finesse d'esprit; grande sensibilité; passion; pathétique; sensibilité; sensitivité; susceptibilité; tendresse; émotivité
hulpeloosheid abandon; délaissement; vulnérabilité; état désespéré
kwetsbaarheid faiblesse; sensibilité; susceptibilité; vulnérabilité
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
beveiligingsprobleem vulnérabilité faille de sécurité

Synoniemen voor "vulnérabilité":


Wiktionary: vulnérabilité


Cross Translation:
FromToVia
vulnérabilité kwetsbaarheid vulnerability — the state of being vulnerable
vulnérabilité kwetsbaarheid; zwakke plek vulnerability — susceptibility to attack or injury