Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Vertaal chasteté

Vertaal chasteté van Frans naar Zweeds

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

chasteté:
- oskyldig; oskuld; hederlighet; artighet; rättskaffenhet
Wiktionary:
- chasteté → kyskhet
- chasteté → kyskhet, renhet

Frans

Uitgebreide vertaling voor chasteté (Frans) in het Zweeds

chasteté:

chasteté [la ~] zelfstandig naamwoord

la chasteté (caractère immaculé; propreté; retraite; pureté; modestie; netteté; retenue)
oskyldig; oskuld
- oskyldig zelfstandig naamwoord
- oskuld [-en] zelfstandig naamwoord
la chasteté (vertu; honneur; sagesse; pudeur; modestie; fiabilité; validité; honnêteté; solidité; légitimité; droiture; honorabilité; pudicité; qualités solides)
hederlighet; artighet; rättskaffenhet
- hederlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- artighet [-en] zelfstandig naamwoord
- rättskaffenhet [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chasteté:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artighet	chasteté; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu	affabilité; amabilité; amitié; bienveillance; bonté; complaisance; cordialité; courtoisie; galanterie; gentillesse; obligeance; politesse; savoir-vivre
hederlighet	chasteté; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu
oskuld	caractère immaculé; chasteté; modestie; netteté; propreté; pureté; retenue; retraite	virginité
oskyldig	caractère immaculé; chasteté; modestie; netteté; propreté; pureté; retenue; retraite
rättskaffenhet	chasteté; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu	droiture; honnêteté; intégrité; sincérité
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oskyldig		bête; ingénu; innocemment; innocent; inoffensif; inoffensive; naïf; naïvement

Synoniemen voor "chasteté":

continence; abstinence; ascétisme; modération; mortification; privation; pudeur; pudicité; pureté; sagesse; sobriété; tempérance; vertu; pudibonderie; pruderie; hypocrisie

Wiktionary: chasteté

chasteté

noun

État de celui qui s’abstenir en amour de tout plaisir illicite.
- chasteté → kyskhet

Cross Translation:

From	To	Via
• chasteté	→ kyskhet; renhet	↔ chastity — abstaining from sexual intercourse outside of marriage
• chasteté	→ kyskhet	↔ Keuschheit — bewusster Verzicht auf sexuelle Aktivität aus moralischen oder religiösen Gründen