Piste in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

piste:
- cykelbana; väg; gata; stadionring; byväg; stig; landsortsväg; spår; vägdel; omlopp; kapplöpningsbana
Wiktionary:
- piste → bana, spår

Frans

Uitgebreide vertaling voor piste (Frans) in het Zweeds

la piste (vélodrome)
cykelbana
- cykelbana [-en] zelfstandig naamwoord
la piste (chaussée; rue; route pavée; voie; route; itinéraire; trajet; parcours)
väg; gata
- väg [-en] zelfstandig naamwoord
- gata [-en] zelfstandig naamwoord
la piste (stade; rond; cercle; circuit)
stadionring
- stadionring zelfstandig naamwoord
la piste (chemin rural; allée; chemin de campagne; chemin; route; sentier; chemin de randonnée; voie; route de campagne)
byväg; stig; landsortsväg
- byväg [-en] zelfstandig naamwoord
- stig zelfstandig naamwoord
- landsortsväg zelfstandig naamwoord
la piste (parcours; circuit; patinoire)
spår
- spår [-ett] zelfstandig naamwoord
la piste (bande de voie; chaussée; voie)
vägdel
- vägdel zelfstandig naamwoord
la piste (circuit)
omlopp
- omlopp [-ett] zelfstandig naamwoord
la piste (circuit)
kapplöpningsbana
- kapplöpningsbana zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
byväg	allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie
cykelbana	piste; vélodrome	piste cyclable
gata	chaussée; itinéraire; parcours; piste; route; route pavée; rue; trajet; voie	chaussée
kapplöpningsbana	circuit; piste
landsortsväg	allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie
omlopp	circuit; piste	agent de fusion; cercle de giration; commutation; connexion; couplage; enchaînement; fondant; rayon de braquage
spår	circuit; parcours; patinoire; piste; piste audio	aiguille; bifurcation de la voie ferrée; bifurcation du chemin de fer; cannelures; changement de voie ferrée; empreinte; encoches; indication; indice; indices
stadionring	cercle; circuit; piste; rond; stade
stig	allée; chemin; chemin de campagne; chemin de randonnée; chemin rural; piste; route; route de campagne; sentier; voie	passerelle
väg	chaussée; itinéraire; parcours; piste; route; route pavée; rue; trajet; voie	itinéraire; manche; parcours; portion de route; ronde; route; tour; tournée; trajet; voie
vägdel	bande de voie; chaussée; piste; voie

Cross Translation:

From	To	Via
• piste	→ bana; spår	↔ Bahn — festgelegte Strecke für sportliche Wettkampf
• piste	→ spår	↔ Fährte — Jägersprache: Fußabdrücke (eines Tieres) auf dem Boden