Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. formaat:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor formaat (Nederlands) in het Duits

formaat:

formaat [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het formaat (grootte; mate; dimensie; )
    die Größe; Ausmaß; Format; die Dimension; die Abmessung; die Ausdehnung; die Bedeutung

Vertaal Matrix voor formaat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abmessung afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang afmeting; maat
Ausdehnung afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang aangroei; aanwas; expansie; expulsie; groei; het groter worden; uitbreiding; uitdijen; uitdijing; uitgebreidheid; uitgestrektheid; uitrekking; uitstrekking; uitzetten; vergroting; wijd worden
Ausmaß afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang hoogte
Bedeutung afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang bedoeling; beduidenis; beduiding; belang; betekenis; doel; inhoud; nut; waarde; zin
Dimension afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang dimensie
Format afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang bestandsindeling; gegevensindeling; opmaak
Größe afmeting; dimensie; formaat; grootte; maat; mate; omvang edelmoedigheid; generositeit; grootmoedigheid; lichaamslengte

Wiktionary: formaat


Cross Translation:
FromToVia
formaat Format format — layout of a document
formaat Struktur; Format format — form of presentation