Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uitwinnen (Nederlands) in het Duits
uitwinnen: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- uit: von hier; aus; klar; fertig; bereit; geschafft; erledigt; beendet; einsatzbereit; vollendet; parat; ab jetzt
- winnen: besiegen; siegen über; gewinnen; siegen; triumphieren; den Sieg erringen; erhalten; bekommen; erreichen; schlagen; holen; erzielen; überwinden; erkämpfen; davontragen
- uiten: mitteilen; ausdrücken; in Worte fassen; sich aus drücken; äußern
Spelling Suggesties voor: uitwinnen
Wiktionary: uitwinnen
Computer vertaling door derden: