Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. beide:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. beide:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beide (Nederlands) in het Duits

beide:

beide bijvoeglijk naamwoord

  1. beide
    beide
    • beide bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor beide:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
- allebei
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beide beide allebei; beiden; getweeën; met zijn tweeën

Synoniemen voor "beide":


Verwante definities voor "beide":

  1. alletwee, beide(n)1
    • beide jongens hebben rood haar1

Wiktionary: beide

beide
number
  1. alletwee

Cross Translation:
FromToVia
beide beide both — each of two; one and the other
beide beide either — each of two
beide alle beide; beide tous les deuxl’un et l’autre de ceux dont on parle ; chacun des deux ensemble.



Duits

Uitgebreide vertaling voor beide (Duits) in het Nederlands

beide:

beide bijvoeglijk naamwoord

  1. beide (allebeide)
    allebei; beiden
  2. beide
    beide
    • beide bijvoeglijk naamwoord
  3. beide (zu zweit)
    met zijn tweeën; getweeën

Vertaal Matrix voor beide:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allebei allebeide; beide
beide beide
beiden allebeide; beide
getweeën beide; zu zweit
met zijn tweeën beide; zu zweit

Synoniemen voor "beide":


Wiktionary: beide

beide
number
  1. alletwee

Cross Translation:
FromToVia
beide beide; alletwee; allebeide; allebei both — each of two; one and the other
beide beide either — each of two
beide beide tous les deuxl’un et l’autre de ceux dont on parle ; chacun des deux ensemble.

Verwante vertalingen van beide