Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. 65-plusser:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor 65-plusser (Nederlands) in het Duits

65-plusser:

65-plusser [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. 65-plusser (AOWer; oudere)
    der Ältere; der Senior; die Rentner
    • Ältere [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Senior [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Rentner [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor 65-plusser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rentner 65-plusser; AOWer; oudere AOWer; gepensioneerde; vijfenzestigplusser
Senior 65-plusser; AOWer; oudere nestor; oudste; oudste firmant; oudste van een groep personen; senior
Ältere 65-plusser; AOWer; oudere nestor; oudelui; ouderen; oudste; senior