Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanstaande zijn:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanstaande zijn (Nederlands) in het Duits

aanstaande zijn:

aanstaande zijn werkwoord (ben aanstaande, bent aanstaande, is aanstaande, was aanstaande, waren aanstaande, aanstaande geweest)

  1. aanstaande zijn (ophanden zijn)
    bevorstehen
    • bevorstehen werkwoord (bevorstehe, bevorstehst, bevorsteht, bevorstandet, bevorgestanden)

Conjugations for aanstaande zijn:

o.t.t.
  1. ben aanstaande
  2. bent aanstaande
  3. is aanstaande
  4. zijn aanstaande
  5. zijn aanstaande
  6. zijn aanstaande
o.v.t.
  1. was aanstaande
  2. was aanstaande
  3. was aanstaande
  4. waren aanstaande
  5. waren aanstaande
  6. waren aanstaande
v.t.t.
  1. ben aanstaande geweest
  2. bent aanstaande geweest
  3. is aanstaande geweest
  4. zijn aanstaande geweest
  5. zijn aanstaande geweest
  6. zijn aanstaande geweest
v.v.t.
  1. was aanstaande geweest
  2. was aanstaande geweest
  3. was aanstaande geweest
  4. waren aanstaande geweest
  5. waren aanstaande geweest
  6. waren aanstaande geweest
o.t.t.t.
  1. zal aanstaande zijn
  2. zult aanstaande zijn
  3. zal aanstaande zijn
  4. zullen aanstaande zijn
  5. zullen aanstaande zijn
  6. zullen aanstaande zijn
o.v.t.t.
  1. zou aanstaande zijn
  2. zou aanstaande zijn
  3. zou aanstaande zijn
  4. zouden aanstaande zijn
  5. zouden aanstaande zijn
  6. zouden aanstaande zijn
diversen
  1. ben aanstaande!
  2. bent aanstaande!
  3. aanstaande geweest
  4. aanstaande zijnde
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanstaande zijn:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevorstehen aanstaande zijn; ophanden zijn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevorstehen ophanden

Verwante vertalingen van aanstaande zijn