Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. afdempen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afdempen (Nederlands) in het Duits

afdempen:

afdempen werkwoord (demp af, dempt af, dempte af, dempten af, afgedempt)

  1. afdempen (afdempen van geluid)
    zudichten
    • zudichten werkwoord (dichte zu, dichtest zu, dichtet zu, dichtete zu, dichtetet zu, zugedichtet)

Conjugations for afdempen:

o.t.t.
  1. demp af
  2. dempt af
  3. dempt af
  4. dempen af
  5. dempen af
  6. dempen af
o.v.t.
  1. dempte af
  2. dempte af
  3. dempte af
  4. dempten af
  5. dempten af
  6. dempten af
v.t.t.
  1. heb afgedempt
  2. hebt afgedempt
  3. heeft afgedempt
  4. hebben afgedempt
  5. hebben afgedempt
  6. hebben afgedempt
v.v.t.
  1. had afgedempt
  2. had afgedempt
  3. had afgedempt
  4. hadden afgedempt
  5. hadden afgedempt
  6. hadden afgedempt
o.t.t.t.
  1. zal afdempen
  2. zult afdempen
  3. zal afdempen
  4. zullen afdempen
  5. zullen afdempen
  6. zullen afdempen
o.v.t.t.
  1. zou afdempen
  2. zou afdempen
  3. zou afdempen
  4. zouden afdempen
  5. zouden afdempen
  6. zouden afdempen
diversen
  1. demp af!
  2. dempt af!
  3. afgedempt
  4. afdempende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afdempen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zudichten afdempen; afdempen van geluid

Verwante vertalingen van afdempen