Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bouwkundige:
  2. bouwkundig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwkundige (Nederlands) in het Duits

bouwkundige:

bouwkundige [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwkundige
    der Baumeister; der Bautechniker

Vertaal Matrix voor bouwkundige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baumeister bouwkundige architect; bouwmeester; bovenmeester
Bautechniker bouwkundige architect

Verwante woorden van "bouwkundige":


bouwkundig:

bouwkundig bijvoeglijk naamwoord

  1. bouwkundig
    bautechnisch

Vertaal Matrix voor bouwkundig:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bautechnisch bouwkundig

Verwante woorden van "bouwkundig":


Wiktionary: bouwkundig


Cross Translation:
FromToVia
bouwkundig architektonisch; Architektur- architectonique — archi|fr Qui a rapport à l’art de la construction.