Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bouwstoffen:
  2. bouwstof:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bouwstoffen (Nederlands) in het Duits

bouwstoffen:

bouwstoffen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de bouwstoffen (bouwmateriaal)
    Baumaterial; der Baustoff

Vertaal Matrix voor bouwstoffen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Baumaterial bouwmateriaal; bouwstoffen
Baustoff bouwmateriaal; bouwstoffen

Verwante woorden van "bouwstoffen":


bouwstoffen vorm van bouwstof:

bouwstof [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de bouwstof (grondstof; materiaal)
    Material; der Grundstoff; der Rohstoff; Grundmaterial

Vertaal Matrix voor bouwstof:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Grundmaterial bouwstof; grondstof; materiaal
Grundstoff bouwstof; grondstof; materiaal basiselement; basismateriaal; basisproduct
Material bouwstof; grondstof; materiaal materieel
Rohstoff bouwstof; grondstof; materiaal basiselement; basismateriaal; grondstof

Verwante woorden van "bouwstof":