Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. buitengoed:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor buitengoed (Nederlands) in het Duits

buitengoed:

buitengoed [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het buitengoed
    der Landsitz; Landgut
    • Landsitz [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Landgut [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor buitengoed:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Landgut buitengoed landgoed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed
Landsitz buitengoed landgoed; onroerende goederen; onroerende zaken; vastgoed