Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. centraliseren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor centraliseren (Nederlands) in het Duits

centraliseren:

centraliseren werkwoord (centraliseer, centraliseert, centraliseerde, centraliseerden, gecentraliseerd)

  1. centraliseren
    zentralisieren
    • zentralisieren werkwoord (zentralisiere, zentralisierst, zentralisiert, zentralisierte, zentralisiertet, zentralisiert)

Conjugations for centraliseren:

o.t.t.
  1. centraliseer
  2. centraliseert
  3. centraliseert
  4. centraliseren
  5. centraliseren
  6. centraliseren
o.v.t.
  1. centraliseerde
  2. centraliseerde
  3. centraliseerde
  4. centraliseerden
  5. centraliseerden
  6. centraliseerden
v.t.t.
  1. heb gecentraliseerd
  2. hebt gecentraliseerd
  3. heeft gecentraliseerd
  4. hebben gecentraliseerd
  5. hebben gecentraliseerd
  6. hebben gecentraliseerd
v.v.t.
  1. had gecentraliseerd
  2. had gecentraliseerd
  3. had gecentraliseerd
  4. hadden gecentraliseerd
  5. hadden gecentraliseerd
  6. hadden gecentraliseerd
o.t.t.t.
  1. zal centraliseren
  2. zult centraliseren
  3. zal centraliseren
  4. zullen centraliseren
  5. zullen centraliseren
  6. zullen centraliseren
o.v.t.t.
  1. zou centraliseren
  2. zou centraliseren
  3. zou centraliseren
  4. zouden centraliseren
  5. zouden centraliseren
  6. zouden centraliseren
en verder
  1. ben gecentraliseerd
  2. bent gecentraliseerd
  3. is gecentraliseerd
  4. zijn gecentraliseerd
  5. zijn gecentraliseerd
  6. zijn gecentraliseerd
diversen
  1. centraliseer!
  2. centraliseert!
  3. gecentraliseerd
  4. centraliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor centraliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zentralisieren centraliseren

Wiktionary: centraliseren

centraliseren
verb
  1. op één punt samenbrengen