Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. de hik hebben:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor de hik hebben (Nederlands) in het Duits

de hik hebben:

de hik hebben werkwoord (heb de hik, hebt de hik, heeft de hik, had de hik, hadden de hik, de hik gehad)

  1. de hik hebben (hikken)
    schlucksen; den Schluckauf haben; glucksen
    • schlucksen werkwoord (schluckse, schlucksest, schluckst, schluckste, schluckstet, geschluckst)
    • den Schluckauf haben werkwoord (habe den Schluckauf, hast den Schluckauf, hat den Schluckauf, hatte den Schluckauf, hattet den Schluckauf, den Schluckauf gehabt)
    • glucksen werkwoord (gluckse, gluckst, gluckste, gluckstet, gegluckst)

Conjugations for de hik hebben:

o.t.t.
  1. heb de hik
  2. hebt de hik
  3. heeft de hik
  4. hebben de hik
  5. hebben de hik
  6. hebben de hik
o.v.t.
  1. had de hik
  2. had de hik
  3. had de hik
  4. hadden de hik
  5. hadden de hik
  6. hadden de hik
v.t.t.
  1. heb de hik gehad
  2. hebt de hik gehad
  3. heeft de hik gehad
  4. hebben de hik gehad
  5. hebben de hik gehad
  6. hebben de hik gehad
v.v.t.
  1. had de hik gehad
  2. had de hik gehad
  3. had de hik gehad
  4. hadden de hik gehad
  5. hadden de hik gehad
  6. hadden de hik gehad
o.t.t.t.
  1. zal de hik hebben
  2. zult de hik hebben
  3. zal de hik hebben
  4. zullen de hik hebben
  5. zullen de hik hebben
  6. zullen de hik hebben
o.v.t.t.
  1. zou de hik hebben
  2. zou de hik hebben
  3. zou de hik hebben
  4. zouden de hik hebben
  5. zouden de hik hebben
  6. zouden de hik hebben
diversen
  1. heb de hik!
  2. hebt de hik!
  3. de hik gehad
  4. de hik hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor de hik hebben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
den Schluckauf haben de hik hebben; hikken
glucksen de hik hebben; hikken bazelen; glimlachen; grijnzen; grinniken; kabbelen; klokgeluidjes maken; klokken; lachen; lallen; morren; murmeren; ontevreden mompelen; proesten; schateren; wauwelen
schlucksen de hik hebben; hikken

Verwante vertalingen van de hik hebben