Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. dippen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dippen (Nederlands) in het Duits

dippen:

dippen werkwoord (dip, dipt, dipte, dipten, gedipt)

  1. dippen
    eintunken; eintauchen
    • eintunken werkwoord (tunke ein, tunkst ein, tunkt ein, tunkte ein, tunktet ein, eingetunkt)
    • eintauchen werkwoord (tauche ein, tauchst ein, taucht ein, tauchte ein, tauchtet ein, eingetaucht)

Conjugations for dippen:

o.t.t.
  1. dip
  2. dipt
  3. dipt
  4. dippen
  5. dippen
  6. dippen
o.v.t.
  1. dipte
  2. dipte
  3. dipte
  4. dipten
  5. dipten
  6. dipten
v.t.t.
  1. heb gedipt
  2. hebt gedipt
  3. heeft gedipt
  4. hebben gedipt
  5. hebben gedipt
  6. hebben gedipt
v.v.t.
  1. had gedipt
  2. had gedipt
  3. had gedipt
  4. hadden gedipt
  5. hadden gedipt
  6. hadden gedipt
o.t.t.t.
  1. zal dippen
  2. zult dippen
  3. zal dippen
  4. zullen dippen
  5. zullen dippen
  6. zullen dippen
o.v.t.t.
  1. zou dippen
  2. zou dippen
  3. zou dippen
  4. zouden dippen
  5. zouden dippen
  6. zouden dippen
en verder
  1. is gedipt
  2. zijn gedipt
diversen
  1. dip!
  2. dipt!
  3. gedipt
  4. dippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor dippen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eintauchen dippen dompelen; dompelen in; duiken; in het water duiken; indompelen; induiken; ineenduiken; onderdompelen; onderduiken; onderduwen; vooroverduiken; zich schuilhouden
eintunken dippen dompelen; onderdompelen; onderduwen

Verwante woorden van "dippen":

  • dip

Wiktionary: dippen

dippen
verb
  1. iets even in een vloeistof dopen

dip:


Verwante woorden van "dip":


Wiktionary: dip

dip
noun
  1. tijdelijke, slechtere emotionele staat