Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal dorpelingen

Vertaal dorpelingen van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

dorpelingen:
- Dorfeinwohner; Dörfler; Landmänner
dorpeling:
- Dorfbewohner; Dörfler; Landmann; Dörflerin
Wiktionary:
- dorpeling → Dörfler, Dorfbewohner

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dorpelingen (Nederlands) in het Duits

dorpelingen:

dorpelingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de dorpelingen (dorpsbewoners; dorpslui)
die Dorfeinwohner; die Dörfler; die Landmänner
- Dorfeinwohner [die ~] zelfstandig naamwoord
- Dörfler [die ~] zelfstandig naamwoord
- Landmänner [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dorpelingen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dorfeinwohner	dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui
Dörfler	dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui	dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
Landmänner	dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui

Verwante woorden van "dorpelingen":

dorpeling

dorpelingen vorm van dorpeling:

dorpeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de dorpeling (dorpsbewoner; dorpelinge)
der Dorfbewohner; der Dörfler; der Landmann; die Dörflerin
- Dorfbewohner [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dörfler [der ~] zelfstandig naamwoord
- Landmann [der ~] zelfstandig naamwoord
- Dörflerin [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor dorpeling:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Dorfbewohner	dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner	dorpsbewoners
Dörfler	dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner	dorpelingen; dorpsbewoners; dorpslui
Dörflerin	dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner
Landmann	dorpeling; dorpelinge; dorpsbewoner

Verwante woorden van "dorpeling":

dorpelingen

Wiktionary: dorpeling

Cross Translation:

From	To	Via
• dorpeling	→ Dörfler; Dorfbewohner	↔ villageois — Celui, celle qui habiter un village.