Nederlands
Uitgebreide vertaling voor evengoed (Nederlands) in het Duits
evengoed:
-
evengoed (desondanks; desalniettemin; toch; niettegenstaande)
doch; dessenungeachtet; allerdings; dennoch; immerhin; denn-
doch bijvoeglijk naamwoord
-
dessenungeachtet bijvoeglijk naamwoord
-
allerdings bijvoeglijk naamwoord
-
dennoch bijvoeglijk naamwoord
-
immerhin bijvoeglijk naamwoord
-
denn bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor evengoed:
Verwante definities voor "evengoed":
Computer vertaling door derden: