Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. filet:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor filet (Nederlands) in het Duits

filet:

filet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de filet (haasfilet; haasje; filetstuk)
    Filet; Filetstück
  2. de filet (visfilet)
    Fischfilet; Filetstück

Vertaal Matrix voor filet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Filet filet; filetstuk; haasfilet; haasje
Filetstück filet; filetstuk; haasfilet; haasje; visfilet tongfilet
Fischfilet filet; visfilet

Verwante woorden van "filet":

  • filets, filetje

Wiktionary: filet


Cross Translation:
FromToVia
filet Einschnitt; Schnitt; Scheibe; Schnitte; Narbe balafre — Longue entaille, plaie faite particulièrement au visage.