Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fiool:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fiool (Nederlands) in het Duits

fiool:

fiool [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de fiool (flacon; flesje)
    die Flasche; der Flakon
    • Flasche [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Flakon [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fiool:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flakon fiool; flacon; flesje
Flasche fiool; flacon; flesje fles; geitenbreier; kruik; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; pul; slampamper; slapkous; sofvent; wijnfles

Verwante woorden van "fiool":

  • fiolen, fiooltje

Wiktionary: fiool


Cross Translation:
FromToVia
fiool Phiole vial — a phial
fiool Fläschchen; Phiole fiole — Petit flacon