Fiscus in het Duits vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fiscus (Nederlands) in het Duits

de fiscus (belastingdienst)
Steueramt; der Fiskus; die Steuer
- Steueramt [das ~] zelfstandig naamwoord
- Fiskus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Steuer [die ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Fiskus	belastingdienst; fiscus
Steuer	belastingdienst; fiscus	belasting; heffing; kosten; leges; overheidsbelasting; stuur; stuurinrichting; stuurknuppel; stuurrad; stuurwiel
Steueramt	belastingdienst; fiscus	belastingkantoor

fiscus

noun

een overheidsorgaan dat de heffing en inning van belasting voor een staat verzorgt
- fiscus → Fiscus; Finanzamt