Home
Woordenboeken
Word Fun
Over
Feedback
Ins Deutsch
Home
->
Woordenboeken
->
Nederlands/Duits
->Vertaal fris
Vertaal
fris
van Nederlands naar Duits
Zoek
Remove Ads
Overzicht
Nederlands naar Duits:
Meer gegevens...
fris:
kühl
;
frisch
;
frostig
;
nüchtern
;
reserviert
;
kalt
Wiktionary:
fris →
frisch
fris →
kalt
,
kühl
,
frisch
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor
fris
(Nederlands) in het Duits
fris:
fris
bijvoeglijk naamwoord
fris
(
koel
;
luchtig
)
kühl
;
frisch
;
frostig
kühl
bijvoeglijk naamwoord
frisch
bijvoeglijk naamwoord
frostig
bijvoeglijk naamwoord
fris
(
koel
;
frisjes
)
kühl
;
frisch
;
nüchtern
;
reserviert
kühl
bijvoeglijk naamwoord
frisch
bijvoeglijk naamwoord
nüchtern
bijvoeglijk naamwoord
reserviert
bijvoeglijk naamwoord
fris
(
koel
)
frisch
;
kühl
;
kalt
;
frostig
frisch
bijvoeglijk naamwoord
kühl
bijvoeglijk naamwoord
kalt
bijvoeglijk naamwoord
frostig
bijvoeglijk naamwoord
Vertaal Matrix voor
fris
:
Not Specified
Verwante vertalingen
Andere vertalingen
-
vers
Bijwoord
Verwante vertalingen
Andere vertalingen
frisch
fris
;
frisjes
;
koel
;
luchtig
bezet
;
bloeiend
;
doodgemoedereerd
;
doodkalm
;
druk
;
drukbezet
;
eigentijds
;
fleurig
;
florissant
;
geagiteerd
;
hedendaags
;
hooggekleurd
;
kleurig
;
kleurrijk
;
levendig
;
modern
;
nieuw
;
nieuwbakken
;
onaangebroken
;
onaangeroerd
;
onaangetast
;
onbedorven
;
onbevlekt
;
ongebruikt
;
ongeopend
;
onschuldig
;
rein
;
verhit
;
vers
;
versgebakken
;
vlekkeloos
frostig
fris
;
koel
;
luchtig
bitterkoud
;
doodgemoedereerd
;
doodkalm
;
ijskoud
;
ijzig
;
kil
;
koeltjes
;
koud
;
koud en vochtig
;
laag van temperatuur
;
onder nul
;
steenkoud
;
stervenskoud
;
vriezend
kalt
fris
;
koel
afstandelijk
;
bitterkoud
;
doodgemoedereerd
;
doodkalm
;
guur
;
ijskoud
;
ijzig
;
kil
;
koel
;
koud
;
koud en vochtig
;
objectief
;
onpartijdig
;
steenkoud
kühl
fris
;
frisjes
;
koel
;
luchtig
doodgemoedereerd
;
doodkalm
;
gemoedereerd
;
guur
;
kil
;
koud en vochtig
;
mat
;
niet uitbundig
nüchtern
fris
;
frisjes
;
koel
doodgemoedereerd
;
doodkalm
;
eenvoudig
;
gemoedereerd
;
koel
;
matig
;
niet beschonken
;
nuchter
;
objectief
;
onpartijdig
;
sober
;
zakelijk
reserviert
fris
;
frisjes
;
koel
geheimzinnig
;
gereserveerd
;
gesloten
;
ingetogen
;
koel
;
opzijgezet
;
terughoudend
;
terughoudende
Verwante woorden van "fris":
frisheid
Synoniemen voor "fris":
vers
koel
Antoniemen van "fris":
muf
;
oud
;
benauwd
Verwante definities voor "fris":
drankje zonder alcohol
1
wil je ook een glaasje fris?
1
schoon en helder
1
een fris gewassen handdoek
1
wat koud aanvoelt
1
er stond een frisse wind
1
nieuw, kortgeleden gemaakt
1
ik begon met frisse moed aan die baan
1
Wiktionary:
fris
fris
adjective
neu
, gerade eben erst,
kürzlich
frisch
→
fris
Cross Translation:
From
To
Via
•
fris
→
kalt
↔
cold
— having a low temperature
•
fris
→
kühl
↔
cool
— having a slightly low temperature
•
fris
→
frisch
↔
fresh
— refreshing or cool
•
fris
→
frisch
↔
verdant
— fresh
•
fris
→
frisch
;
kühl
↔
frais
— Qui est en état de fraîcheur.
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads