Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. fusilleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fusilleren (Nederlands) in het Duits

fusilleren:

fusilleren werkwoord (fusilleer, fusilleert, fusilleerde, fusilleerden, gefusilleerd)

  1. fusilleren
    executieren; hinrichten
    • executieren werkwoord
    • hinrichten werkwoord (richte hin, richtest hin, richtet hin, richtete hin, richtetet hin, hingerichtet)
  2. fusilleren (doodschieten; afschieten; afknallen)
    totschießen; erschießen
    • totschießen werkwoord (schieße tot, schießt tot, schoß tot, schosset tot, totgeschossen)
    • erschießen werkwoord

Conjugations for fusilleren:

o.t.t.
  1. fusilleer
  2. fusilleert
  3. fusilleert
  4. fusilleren
  5. fusilleren
  6. fusilleren
o.v.t.
  1. fusilleerde
  2. fusilleerde
  3. fusilleerde
  4. fusilleerden
  5. fusilleerden
  6. fusilleerden
v.t.t.
  1. heb gefusilleerd
  2. hebt gefusilleerd
  3. heeft gefusilleerd
  4. hebben gefusilleerd
  5. hebben gefusilleerd
  6. hebben gefusilleerd
v.v.t.
  1. had gefusilleerd
  2. had gefusilleerd
  3. had gefusilleerd
  4. hadden gefusilleerd
  5. hadden gefusilleerd
  6. hadden gefusilleerd
o.t.t.t.
  1. zal fusilleren
  2. zult fusilleren
  3. zal fusilleren
  4. zullen fusilleren
  5. zullen fusilleren
  6. zullen fusilleren
o.v.t.t.
  1. zou fusilleren
  2. zou fusilleren
  3. zou fusilleren
  4. zouden fusilleren
  5. zouden fusilleren
  6. zouden fusilleren
en verder
  1. ben gefusilleerd
  2. bent gefusilleerd
  3. is gefusilleerd
  4. zijn gefusilleerd
  5. zijn gefusilleerd
  6. zijn gefusilleerd
diversen
  1. fusilleer!
  2. fusilleert!
  3. gefusilleerd
  4. fusilleerd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor fusilleren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
erschießen afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; neerhalen; neersabelen; neerschieten; om het leven brengen; ombrengen; overhoopschieten; vermoorden
executieren fusilleren
hinrichten fusilleren executeren; ter dood brengen; terechtstellen
totschießen afknallen; afschieten; doodschieten; fusilleren doodschieten; doodvonnis uitvoeren; executeren; neerhalen; neersabelen; om het leven brengen; ombrengen; vermoorden

Wiktionary: fusilleren

fusilleren
verb
  1. executeren voor een vuurpeloton