Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. garage:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor garage (Nederlands) in het Duits

garage:

garage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de garage (autostalling; autogarage; wagenschuur)
    die Garage; die Autohalle
    • Garage [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Autohalle [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Autohalle autogarage; autostalling; garage; wagenschuur
Garage autogarage; autostalling; garage; wagenschuur parkeergarage

Verwante woorden van "garage":


Verwante definities voor "garage":

  1. plaats waar auto's gerepareerd worden1
    • mijn auto moet naar de garage1
  2. stalling voor auto1
    • de auto staat in de garage1

Wiktionary: garage

garage
noun
  1. een overdekte autostalling
  2. een bedrijf dat
garage
noun
  1. Arbeitsraum eines Handwerkers
  2. Raum zum dauerhaften abstellen und Unterstellen von Kraftfahrzeugen

Cross Translation:
FromToVia
garage Garage; Autogarage garage — Bâtiment d’abri pour véhicules.