Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. garant:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor garant (Nederlands) in het Duits

garant:

garant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de garant (waarborger; borger)
    der Garant
    • Garant [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor garant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Garant borger; garant; waarborger

Verwante woorden van "garant":

  • garanten

Wiktionary: garant


Cross Translation:
FromToVia
garant Geisel otagepersonne livrer ou prendre afin de garantir des accords entre ennemis.

Verwante vertalingen van garant