Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. gemanierdheid:
  2. gemanierd:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gemanierdheid (Nederlands) in het Duits

gemanierdheid:

gemanierdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de gemanierdheid (toneelspel)
    die Höflichkeit; die Artigkeit

Vertaal Matrix voor gemanierdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artigkeit gemanierdheid; toneelspel keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid
Höflichkeit gemanierdheid; toneelspel beleefdheid; beleefdheidsbetuiging; beschaafdheid; betamelijkheid; decorum; etiquette; fatsoen; fatsoenlijkheid; galanterie; gevoeglijkheid; hoffelijkheid; hoofsheid; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; plichtpleging; properheid; smetteloosheid; urbaniteit; welgemanierdheid; wellevendheid; welvoeglijkheid

Verwante woorden van "gemanierdheid":


gemanierd:

gemanierd bijvoeglijk naamwoord

  1. gemanierd (welopgevoed; beleefd; beschaafd; voorkomend; wellevend)
    wohlerzogen

Vertaal Matrix voor gemanierd:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wohlerzogen beleefd; beschaafd; gemanierd; voorkomend; wellevend; welopgevoed beschaafd; deugdzaam; eerzaam; fatsoenlijk; geciviliseerd; gecultiveerd; netjes; ontwikkeld; welgemanierd; welopgevoed; zedig

Verwante woorden van "gemanierd":